Direct naar artikelinhoud
Opinie

Vakbonden moeten zich omvormen van zeurpiet tot een baken voor álle werkenden

Vakbonden moeten zich omvormen van zeurpiet tot een baken voor álle werkenden
Beeld ANP

Vakbonden hebben weer toekomst als die zich omvormen tot belangenvereniging voor alle werkenden, stelt Remon Vonk, senior communicatieadviseur bij IVRM Reputatie.

Vakbonden komen de laatste tijd negatief in het nieuws. Het ledenaantal loopt terug en in cao-onderhandelingen worden ze buitenspel gezet. Alleen herpositioneren biedt nog redding. Weg met de reputatie van zeurpiet, op naar een profiel van baken op de arbeidsmarkt.

Het opkomen voor de belangen van álle werkenden en het onder de aandacht brengen van het brede palet aan producten en diensten bieden aanknopingspunten om te bouwen aan een toekomstbestendige reputatie.

Werkgeversvereniging AWVN brak onlangs nog een lans voor vakbonden. Zij pleitte ervoor dat werkgevers zich inspannen om de leegloop van de vakbeweging tegen te gaan. Dit met als doel een serieuze en professionele gesprekspartner voor werkgevers te hebben, die als onafhankelijke tegenpartij het draagvlak voor cao’s kan borgen. Dat een werkgeversvereniging moet opkomen voor de belangen van de vakbond is een veeg teken. Toch toont het ook het potentiële bestaansrecht van vakorganisaties aan.

Accepteer de flexibilisering van de arbeidsmarkt in plaats van te vechten tegen de bierkaai

Overbodigheid

Bijna driekwart van alle werknemers valt onder een cao. Voor de totstandkoming van cao’s zijn nu eenmaal vakbonden nodig. Hoe komt zo’n noodzakelijk instituut dan aan zo’n negatief imago? Doordat vakbonden vasthouden aan traditionele arbeidsverhoudingen die voor steeds minder werkenden van toepassing zijn. Daardoor neemt de relevantie van vakbonden af. In vijf jaar tijd daalde hun ledental met 200.000.

Steeds vaker stellen ze zich op als spuit elf, waardoor ze alleen negatief in het nieuws komen. Bij een staking, zoals bij AkzoNobel, bij traditionele cao-onderhandelingen (zoals de FNV met de hoogste looneis in dertig jaar) en tegenwoordig ook als ze juist niet meer aan de cao-tafel zitten, zoals eerder dit jaar bij de distributiemedewerkers van supermarktketen Jumbo.

Het beeld van overbodigheid dringt zich op: vakbonden zeuren, stellen irreële eisen of zijn überhaupt niet meer relevant. Vakbonden moeten dus bouwen aan een positief frame om hun bestaansrecht te borgen. Dat positieve frame is nog niet gevonden. Vooral jongeren raken teleurgesteld. Ruim de helft van het verloop komt voor rekening van werknemers tussen 25 en 45 jaar.

Allianties

Om het tij te keren, moet de vakbond zichzelf opnieuw uitvinden en zich herpositioneren. Accepteer de flexibilisering van de arbeidsmarkt in plaats van te vechten tegen de bierkaai. Maak jezelf onderdeel van de oplossing in plaats van problemen aan te kaarten als gevolg van onomkeerbare maatschappelijke ontwikkelingen.

Zo kan een vakbond niet alleen opkomen voor de belangen van werknemers in loondienst wanneer de hoogte van het salaris in het geding is, maar juist voor de belangen van álle werkenden. En bovendien structureel toegevoegde waarde bieden voor de (nieuwe) achterban, waardoor de vakbond blijvend relevant is.

Dit laatste kan door het brede palet aan producten en diensten consequent onder de aandacht van werkend Nederland te brengen, zoals de rechtsbijstandverzekering en financieel advies voor minima. Opkomen voor de belangen van alle werkenden vraagt om een andere mindset. Kijk niet langer naar de contractvorm (verhouding werkgever-werknemer), maar stel de te verrichten werkzaamheden centraal (verhouding opdrachtgever-opdrachtnemer). Ga allianties aan met ZZP Nederland en de ABU, vertegenwoordigers van respectievelijk zzp’ers en uitzendbureaus. Laat zien dat jij de partij bent die weet hoe werken altijd lonend is, in welke vorm iemand ook actief is op de arbeidsmarkt.

Alleen door het roer 180 graden om te gooien kan een vakbond bouwen aan een toekomstbestendige reputatie.

Lees ook:

De vakbonden maken zich zorgen over de enorme toename van het aantal flexcontracten.

Het duurde langer dan verwacht, maar het aantal flexibele arbeidscontracten (tijdelijke contracten en oproep- en uitzendkrachten) is door de historische grens van twee miljoen.

Matige loongroei ook te wijten aan zwakke bonden

De lonen groeien minder hard dan voor de crisis. Vakbonden moeten invloed terugwinnen, stellen Europese koepels.